"De nationale jeugdteams plaatsen zich nog zelden voor grote eindtoernooien."
Als oorzaak wordt aangegeven dat er een te laag in- en uitstroomniveau is bij de bond gestuurde programma's.
- Hoe het in - en uitstroom niveau verbeterd gaat worden, wordt niet aangegeven.
Er worden wel een aantal feiten benoemd:
In de RTC's zitten niet altijd de beste spelers, er is geen goede samenwerking tussen bond en clubs, de bondsprogramma's slaan geen brug tussen clubs en nationale teamprogramma's, club en bond concurreren met elkaar en de regiotrainingen en RTC's kosten teveel geld en energie terwijl het uitstroomniveau te laag is. Nou, dat is nogal wat als men zo de hand in eigen boezem steekt en tot deze conclusies komt. Tijd voor verandering zou ik zo zeggen.
- Nog steeds wordt niet gesproken over de aanpak van in- en uitstroomniveau.
Herstructureringsplan
De kern van het plan is als volgt: Beach- en zaalvolleybal vullen elkaar aan. Alle trainers zijn ervan overtuigd dat het elkaar versterkt met als voorbeeld dat je op het zand een zaalblessure beter kan laten herstellen(!) Het integreren en combineren is logisch want technisch, tactisch, mentaal en fysiek kijken we naar dezelfde atleten. Ik denk dat beach en zaal twee verschillende sporten zijn als je naar technieken, tactieken kijkt. Mentaal en fysiek kunnen overlappingen hebben.
- Het geeft geen antwoord op de vraag waarom het in- en uitstroomniveau te laag is.
Druk bezig met de invulling van het plan.
Het plan bestaat nog niet, we moeten het uitdenken. Het kan zijn dat trainingen gescheiden worden per zomer- en winterseizoen. Het is ook mogelijk dat er bij een RTC het hele jaar op het zand en in de zaal getraind wordt.
- Allemaal vaagheden en geeft dit antwoord op de vraag waarom het in- en uitstroomniveau te laag is? Nee dus. Dat is weer typisch symptoombestrijding en niet naar de oorzaken kijken.
Mindset
Door een andere mindset, door de Belgische trainers ingebracht, zijn er nu al veranderingen te zien op Papandal. Het "eigenaarschap"moet bij de speelsters gelegd worden. Video's in je vrije tijd kijken van volleybalwedstrijden en dan de beste spelers op jouw functie bekijken en wat je daarvan kan leren. Het draait niet alleen om opleiden, maar ook om te presteren.
Dat hebben we al jaren hoog in het vaandel staan, maar er komt maar niets van terecht.
- Het geeft wederom geen antwoord op het te lage in- en uitstroomniveau van spelers. Dit is slechts één onderdeel van opleiden.
In- en uitstroomniveau te laag
Volgens mij is dat het probleem en de conclusie is heel simpel: Het niveau van de opleiders is te laag. Want je kan wel naar de spelers gaan kijken en dat is vooral makkelijk. Ik geloof niet dat we minder talenten hebben dan in andere landen. Ik geloof wel dat wij niet genoeg met talenten doen. Ik geloof zeker dat wij niet in staat zijn alle talenten aan de bondsprogramma's te binden. Ik geloof zeker dat spelers te weinig concurreren met elkaar.
- Wat te doen om te veranderen?
VT-opleidingen
De huidige manier van trainers opleiden is ver beneden peil. Daar begint het te lage kwaliteitsniveau van trainers. Logisch want de gedegen opleidingen van weleer zijn vervangen door slechts 5 bijeenkomsten van 3 uur en een paar papieren PvB's die eigenlijk niets voorstellen. Iedereen kan dus trainer worden. Maar ze hebben absoluut geen kennis en vaardigheden om trainer te zijn. Laat staan dat ze in staat zijn om spelers adequaat op te leiden.
Ervaringsdeskundigen
Er moet veel meer gebruik gemaakt worden van ervaren opleiders. Zij hebben hun kwaliteiten al bewezen. Zij die de kundigheid en skills hebben om dat goed te doen. Laat nieuwe trainers eerst eens een paar jaar meelopen voordat zij aan een talentgroep gezet worden. Geef de functie opleider niet aan mensen die goed voor de bond zijn. Er zijn in Nederland een aantal goede opleiders zowel bij volleybalscholen als bij verenigingen. Er zijn grote verenigingen waar prima opleiders zitten en hun uitstroomniveau ook goed is.
Selecteren
Het selecteren moet veel serieuzer gedaan worden. Niet iedereen is talent. Laat dat vooral weten. De selectiestandaard is te laag. Hierdoor is er teveel diversiteit en worden talenten in hun ontwikkeling geremd. Ik heb selectietrainingen in Rotterdam gezien waar dat aan de orde is. Er wordt op kwantiteit geselecteerd en niet op kwaliteit. Ik zie dat er spelers geselecteerd worden die NOOIT tot een nationale selectie zullen doordringen. Hierdoor haken echte talenten af omdat zij niet met de besten trainen en spelen.
De allerbesten
In mijn tijd als bondscoach was er een gouden regel:
De bond kiest de allerbeste bondscoach en de bondscoach heeft tot taak de allerbeste spelers te selecteren. Het is aan de bond om die beste opleiders te vinden. En aan de beste opleiders om de beste spelers te vinden.
In beide gevallen zijn tot op heden zowel de bond als de trainers daar niet in geslaagd. Terecht stelt de TD dat het uitstroomniveau te laag is. Dit kan wel eens een reden zijn waarom.
Uitdaging
Dus heeft de TD een schone taak:
Naar verenigingen toe om het instroomniveau te verhogen en zelf de juiste keuzes maken om het uitstroomniveau te verhogen. Zo zullen we er allemaal van profiteren en kan in Nederland weer op naar de top.
